De pijpkan, ook wel Jan Steenkan genoemd, staat op een holle, gewelfde en geprofileerde voet. Het kanlichaam is op verschillende plaatsen versierd met horizontaal lopende profielen. Op het gewelfde deksel staat een hoge geprofileerde knop. Het dekselscharnier is tweekakig. De duimrust is haakvormig. Op de zeskantige pijp zit een klepje met eenkakig scharnier en haakvormige duimrust. Rond de aanzet van de pijp is een onregelmatig zaagvormig patroon gegraveerd. Aan de binnenzijde van de kan zijn draairingen te zien. Op de plaatsen waar het oor, de duimrust en het verbindingsstuk naar de pijp toe zijn aangezet zitten, aan de binnenkant van de kan, ruwe plekken. Het zijn sporen van het weefsel van de natte doek die bij het aangieten van deze onderdelen tegen de binnenkant van de kan werd gedrukt.