pentekening van stoelmodellen; 1 vel dik papier, waarop 21 modellen trois-quart getoond worden; ze zijn voorzien van een nummering 25 t/m 50, er zijn geen prijzen vermeld; de modellen, klein van formaat, zijn met zwarte pen-inkt getekend en daarna gewassen; de modellen zjn vrij eenvoudig, sierwerk ontbreekt; over de houtsoort staat niets vermeld, maar gekeken naar de modellen kunnen we aannemen dat het een eenvoudige houtsoort betreft, waarschijnlijk iepenhout; de modellen zijn alle verschillend van rugraam; enkele zijn gehold, andere naar achter gebogen; we zien brede, opgezette, doorlopende kappen, die meestal gebogen zijn, en ingesloten brede kappen; model 49 heeft een zgn. hangoorkap, model 50 heeft een zgn. frans rugraam met versiering bovenop; de rugramen zijn alle onbekleed, tussen de stijlen bevindt zich een gebogen, soms bewerkte schei; bij model 25 en 40 bevindt zich op de schei resp. een omgedraaide V-vorm en een V-vorm; ook de zitramen zijn verschillend; vierkant, rond met rechte voorlat of rond met gebogen voorlat; naar de tekening doet vermoeden zijn de zitramen bekleed met een biezenmat; de rugstijlen lopen bij alle modellen door in de achterpoten, ze zijn gebogen; in voorpoten diverse variaties; rechte, die naar onder iets smaller uitlopen; ingezwikte met rechte of afgeronde verbinding bij zitraam; sabelpoten; bij alle modellen voor een rechte sport; 2 zij- en achterpsorten, recht en verspringend.