1) aan een huis hangt links van de deur, boven een stoep, een dodenlantaarn; links naast het huis een paar in 17e eeuwse kledij - met een hondje; de man wijst naar een draagbaar; op de achtergrond poortje met doorkijk; bovenop volutenver- siering en een spits; opschrift boven: 'Voor die sich staagh tot Godt begeeven, Baardt hier de Doodt het eeuwigh leeven'; onder: 'O Mort heureuxe Mort pour qui en Dieu se fie, Car la seconde Mort n'ataquera sa vie'; bruine houten lijst geprofileerd met ruit. In Deventer en andere plaatsen aan de IJssel werd naar oud gebruik bij een sterfgeval de dodenlantaarn opgehangen, dit wordt bezongen in een 12 regelig vers. 2) Zinnebeelden oft Adamsappel, Grand dieu de l' univers souvrain de l'eminence protecte Deventer, que nulle ne l'offence. Op achterzijde een later bijschrift: Den arent scherpter schoor met uyt gespreyde veren, wilt 't draeyen van dit Radt beletten ende weeren, beletten dattet sich in 't minste niet en wendt, Of anders waar 't gesin des Adelaars geschent. Dies alle die getrou den adelaar beminnen, roept bijstandt aan den geen die 't alles kan verwinnenten eijnde 't wankel Radt van menigh hondert jaar magh blijven in de standt als 't heeft den adelaar; schoon of die 't vlijtigh pooght het quaat te wedersterven alleen des heeren kracht moet d'overwinning geven; dus biddet dat sijn hulp en zegen rijck bestier bescherme d'adelaar en stutte d'avontuer, Jan van der veen Zinnebeelden oft Adamsappel