vierkante poten, beneden even naar buiten staand en verjongend; de achterpoten uit 1 stuk met de rugstijlen; het rugraam is open en heeft een brede bovendorpel die onderaan overgaat in de breed uitlopende armleggers die kort ombuigen in de richting van het zitraam, buiten de breedte daarvan, en afgerond eindigen; geen armlegstutten, steunstukjes in de hoeken tegen de rugstijlen aan met afgeronde ombuiging; het zitraam loopt naar de rug toe iets rond naar binnen; rieten zittingen; aan elke zijde 2 sporten boven elkaar tussen de poten.