vlinder op 2 rode wielen; vleugels groen-rood-blauw-geel en zwart; voelsprieten en ogen geel; kop en voorste deel van romp zwart; achterste deel romp groen met zwarte strepen en gele stippen; onderkant blank blik; tussen wielen een as waardoor de verbonden vleugels op en neer gaan bij het rijden; aan as een vork waaraan een stok gestoken kan worden; aan as een tandrad waardoor een stripje aan de vork onder het rijden ratelt