a. kelner met wit jasje en wit overhemd; zwarte pantalon; op zijn linkerhand een blad met consumpties; over zijn rechterarm een witte doek; b. politieagent met blauwe pet en blauw jasje; zwarte broek en schoenen; c. conducteur met pet, d. jongen met plusfour (pofbroek) en opgeheven arm; deze is net iets groter van schaal als de anderen.