model: vierkante poten, naar onderen verjongd; de achterpoten zijn schuin gesteld en gaan, na een kleine inkeping over in de rugstijlen, die naar boven verjongen en schuin uitlopen, bekroond door vierkante hoekstukken; dergelijke hoekstukken, maar groter, bovenaan de voorpoten; het zitraam is trapeziumvormig en aan de voorzijde licht uitgebogen; het rugraam heeft iets naar buiten gebogen onder- en bovendorpel, de laatste in het midden oplopend met vaasbekroning met afhangende guirlandes; hieronder een opengewerkte middenstijl met uitgesneden cirkel en cannelures; decor: cannelures op 2 buitenzijden der voorpoten; op de vierkante hoekstukken van het zitraam en de rugstijlen uitgesneden bloemrozetten; vaas- en guirlandebekroning op de bovendorpel; bekleding: groen trijp met bladornament; stijl: Nederlandse Lodewijk XVI.